De stad Antwerpen nam binnen het Toekomstverbond een duidelijk financieel engagement aan. Binnen het taakstellend budget van 1,25 miljard euro dat voorzien wordt in de overkappingsruiter voor de leefbaarheidsprojecten, zal de stad 107,5 miljoen euro bijdragen (prijspeil 2017). Ondertussen iets van 120-130 miljoen euro.
Dit is een stevig bedrag, maar valt in het niets binnen het gigantische Oosterweelproject. Een project in het Toekomstverbond dat toch meer dan enige waarde heeft voor de stad Antwerpen. Daarom waren we blij om het collegebesluit van 21 februari 2025 te lezen, de 17e rapportering van de programmaregisseur De Grote Verbinding. Wat ons vooral opviel is het enthousiasme waarmee de stad voor tal van leefbaarheidsprojecten extra engagementen aangaat. Binnen de afgesproken bijdrage van 107,5 miljoen euro is er tot dusver €13.163.322 verzameld, nog een slordige 94 miljoen euro te gaan dus. Maar daarnaast werden er al bijna voor 40 miljoen euro extra engagementen aangegaan tussen 2020 en 2024, die niet in de scope en het afgesproken budget vallen. Uit de fiches van de leefbaarheidsprojecten blijken er ook nog verdere engagementen te verwachten.
Dat de stad extra financiële engagementen neemt is toe te juichen. Maar net dat het aan een oppositiepartij komt om dit op te zoeken in een berg collegebesluiten, en er niet over gecommuniceerd wordt door het bestuur, lijkt vreemd. Het is niet dat er zo weinig goesting is om te communiceren bij dit stadsbestuur. Een wantrouwend persoon zou dus durven geloven dat hier een reukje aan zou kunnen zitten. Normaliter niet onze stijl, maar in een antwoord op een parlementaire vraag vonden we een opvallende tabel. Binnen de jaarlijks vastgelegde subsidies van het grootstedenbeleid, een bedragen dat schommelt rond de 11 miljoen euro per jaar, blijken de woorden ‘Ringparken’ en ‘leefbaarheidsprojecten’ opvallend vaak voor te komen.
Daarom vroeg de cd&v-fractie een helder en duidelijk overzicht van de financiële engagementen die de stad wilt aangaan voor de leefbaarheidsprojecten, en welke eigen middelen hiervoor voorzien worden. Voorlopig wachten we nog op een helder antwoord.