De Antwerpse premetro sluit grotendeels van mei 2026 tot december 2026. Dat blijkt uit een nieuwe interne planning van vervoersmaatschappij De Lijn. Aanvankelijk werd gepland om de werken aan de oudste delen van de premetro gefaseerd uit te voeren, zodat een minimumexploitatie voorzien bleef. De Lijn past haar plan nu aan naar een integrale sluiting van de premetro tussen Linkeroever en het Centraal Station. Het grootste deel van 2026 zou er op deze manier geen tram onder de Meir rijden.
Voor cd&v Antwerpen boegbeeld Pieter De Cock is dit onaanvaardbaar. “De premetro is de slagader van ons openbaar vervoer, net tijdens de Oosterweelwerken zal dit openbaar vervoer dagelijks essentieel zijn. De verbinding onder het centrum en naar Linkeroever gewoon zeven maanden sluiten, als het al bij die zeven maanden blijft, is simpelweg geen optie. De Lijn, minister De Ridder en schepen Kennis moeten direct terug naar de tekentafel! Ze organiseren een verkeersinfarct zoals we nog nooit gezien zullen hebben. Hallucinant!”
Dat de oudste delen van de premetro dringend gerenoveerd moeten worden, dat is niet nieuw. Het was directeur-generaal An Schoubs die in september 2023 duiding kwam geven in het Vlaams parlement over deze werken. Hierbij werd uitgegaan van verschillende fases, waardoor een onderbreking van het tramnet niet over de hele as Linkeroever tot Centraal Station plaatsvond. Een alternatieve exploitatie tussen Frederik Van Eeden en de Meir of van het Centraal Station tot de Meir konden in verschillende fases uitgevoerd worden.
Met deze gefaseerde planning zou de onderbreking van de exploitatie door de tramtunnel onder de Schelde tot 4 maanden beperkt worden. “Nu komt men daar dus van terug en voorziet men een permanente sluiting van heel de as Diamant-Linkeroever voor minimum 7 maanden” vertelt cd&v-gemeenteraadslid Pieter De Cock. “Geen fasering meer, maar een integrale sluiting van de premetro van station Diamant tot station Van Eeden op Linkeroever. Een onderbreking van de tramverbinding van Linkeroever naar het stadscentrum van minimaal 7 maanden. Met enige vertraging zal dit snel richting een jaar lopen. Dat deze grote werken aan onze premetrotunnels midden tijdens de Oosterweelwerken vallen, is hoogst ongelukkig en niet evident. Daarom moeten we alles in het werk stellen om de exploitatie toch zo hoog mogelijk te houden. Dat nu wordt gekozen om tijdens de grootste werf van de eeuw de slagader ons het openbaar vervoer te sluiten, dat is hallucinant en gewoonweg geen optie.”
Terug naar de tekentafel
De reden voor de gewijzigde planning zou asbestcontaminatie zijn. Eind jaren ‘90 werd een asbesthoudende coating aangebracht in de tunnel, die ondertussen terug werd verwijderd. Maar deze verwijdering is niet voldoende gelukt, waardoor werkzaamheden in de premetrotunnel met gedeeltelijke exploitatie geen optie meer zou zijn.
Volgens De Cock wordt hiermee het probleem te makkelijk van de baan geschoven. “We kunnen enkel vaststellen dat binnen de Oosterweelwerken er regelmatig problemen opduiken, maar voor elk probleem een oplossing wordt gevonden. Als het viaduct van Merksem bijvoorbeeld deels afgebroken moet worden om de Oosterweelwerken uit te voeren, dan wordt er een bypass gebouwd om als tijdelijke snelweg te fungeren. Naar deze tijdelijke infrastructuur vloeien miljoenen euro’s. Een terechte ingreep, want de Antwerpse ring een paar jaar sluiten is geen optie. Maar voor ons openbaar vervoer merk ik jammer genoeg niet dezelfde bereidheid om inventief en innovatief alternatieven te bedenken. Daar duikt een probleem op, en de reactie is: ‘doe de tunnel toe en trekt uw plan’. Dat is gewoon niet goed genoeg, hier moet een beter plan komen.”
Gezocht: alternatieven voor de pendelaar
In een gemiddeld spitsuur steken in Antwerpen 10.300 personen de Schelde over. Volgens tellingen van De Lijn gebeurt ongeveer 20% van deze oversteken met de tram. Door de geplande sluiting moet één of vijf reizigers dus een andere manier vinden gedurende die lange periode. Ze worden door De Lijn in twee scenario’s geduwd: een vervroegde opening van station Linkeroever en pendelbussen door de Waaslandtunnel.
Volgens De Cock wordt hiermee niet tegemoet gekomen aan de noden van de tramreizigers: “Dit zijn twee scenario’s die eigenlijk geen volwaardig alternatief zijn. De opening van station Linkeroever over een jaar lijkt ons dagdromen. Mensen op pendelbussen door de Waaslandtunnel duwen is ook geen fijnmazige oplossing. Er wordt ook voorbijgegaan aan het feit dat niet elke tramreiziger de Schelde moet kruisen. Wat met alle bewoners en pendelaars die tot in het stadscentrum moeten geraken? Een pendelbus naar Linkeroever biedt niet veel oplossingen voor hen. Hoe gaat de Antwerpenaar in 2026 naar werk, school, hobby’s en cultuur geraken? Zeker diegene die minder mobiel zijn en op de tram rekenen om uit hun kot te komen, de schoolgaande jeugd, ouders met kinderwagens, … . Zij worden aan hun lot overgelaten.
Cd&v Antwerp stelt dat er met vuur wordt gespeeld. Uit de ramingen van De Lijn blijkt naast de twee alternatieve scenario’s dat er genoeg mogelijkheden zouden zijn om de oversteek te maken zonder de auto te nemen. Maar de realiteit op het terrein is al jaren dat de Schelde oversteken enig geduld vergt. Met een onbetrouwbare voetgangerstunnel, een aftandse fietserstunnel, een veer dat vol zit en een toekomstige brug die vaker dicht dan open zal zijn. Een ook voor mensen die wel de Schelde moeten kruisen, blijft een pendelbus een doekje voor het bloeden. Wat gaan de duizenden bezoekers doen die van de P&R Linkeroever naar het Sportpaleis sporen? Die gaan niet parkeren op de P&R, de tram pakken tot Linkeroever, de Waterbus of tunnel gebruiken, wandelen naar de Rooseveltplaats of station Astrid om naar het Sportpaleis te gaan. Die pakken simpelweg de auto, en breiden de file op de Ring verder uit. Wij maken ons echt zorgen een mobiliteitsinfarct wordt georganiseerd, en dat op het slechtst mogelijke moment.” besluit De Cock.